Op 13 oktober 1943 brak in het vernietigingskamp Sobibor, in het oostelijk deel van Polen, een opstand uit die uniek was in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. In het kamp, dat toen anderhalf jaar bestond, waren al 25O.OOO joden vergast, van wie ongeveer 33.OOO uit Nederland afkomstig waren. De opstand van Sobibor is van grote betekenis geweest. De driehonderd gevangenen die wisten te ontsnappen konden na de oorlog getuigen van de massamoord. In tegen de SS-ers en Oekraïeners van Sobibor op gang gekomen processen kwamen misdaden aan het licht die anders wellicht verborgen zouden zijn gebleven. Aan de hand van niet eerder benutte bronnen en door middel van ooggetuigenverslagen reconstrueert Jules Schelvis de gruwelijke geschiedenis van een altijd in de schaduw van Auschwitz gebleven vernietigingskamp, waar zo veel landgenoten het leven lieten. Aan de transporten, de selectieprocedure, de gaskamers, vluchtpogingen, de opstand, de overlevenden en de medeplichtigen worden apart hoo