Op 11 november 1997 besloot Veronika dat het moment om zelfmoord te plegen – eindelijk! – was gekomen. Ze maakte zorgvuldig de kamer schoon die ze huurde in een zusterklooster, draaide de verwarming dicht, poetste haar tanden, nam haar opgespaarde tabletten in en ging op het bed liggen. Ze wordt echter wakker in Villete, het fameuze en beruchte gekkenhuis, waar ze ontdekt dat 'gek' en 'normaal' heel relatieve begrippen zijn. In het aangezicht van de dood leert ze juist haar werkelijke verlangens kennen.