Je hebt praters en je hebt zwijgers. Maar je hebt ook vaders die noch het een, noch het ander zijn. Paul Goldschmidt, een bekende logopedist, is een meester in het leggen van contact met kinderen die niet kunnen praten. Met hen hoeft hij het nooit te hebben over de oorlogsjaren, die altijd aanwezig zijn in het Amsterdamse huis waarin deze eigenzinnige, creatieve en ijdele man met zijn gezin leeft. Een held voor zijn patiënten, maar onbereikbaar en afwezig voor zijn vier kinderen die 'nooit iets hebben meegemaakt en daarom gelukkig moeten zijn'. In Verplicht gelukkig probeert Saskia Goldschmidt de niet vertelde verhalen van haar zwijgende vader en zijn Joodse familie te achterhalen. En zoekt ze naar een antwoord op de vraag waar het altijd overheersende gevoel van schaamte bij haar vandaan komt. Speurend in archieven en oude brieven leert de dochter haar voorvaderen kennen. De paardenkoopman uit Pruisen, de azijndokter die naar Amsterdam emigreerde en de koffiekoning die zich zijn grote liefde niet liet afpakken. In 'het land van de zware lucht' bezoekt ze het kamp Bergen-Belsen, dat haar vader indertijd ternauwernood heeft overleefd. Ze komt erachter hoe zijn oorlogservaringen haar gevormd hebben. De ontdekkingen die ze doet, kan ze niet meer met haar vader delen. Hij sterft op het moment dat ze de laatste familiegeheimen ontrafelt.