Olivier Stuart herkent haar nauwelijks meer, maar ze is het: Eline Combier, het hoogbegaafde meisje dat hem ooit uit zijn dromerige jeugd had wakker geschud. Gedurende een zomer kwamen zij en haar hondje Victor Emanuel II bij hem thuis logeren. Eline had Olivier bij de hand genomen en hem meegevoerd in haar interesse voor kunstgeschiedenis, tot in Parijs aan toe. Voordat Olivier na de hernieuwde ontmoeting kan achterhalen welk onheil haar in de tussenliggende jaren is overkomen, treft hij Eline dood aan.