Het verschijnsel mens verscheen pas na de dood van de priester-geleerde Teilhard de Chardin: hij had na een artikel over de frictie tussen de evolutie van de menselijke soort en de leer van de persoonlijke erfzonde een publicatieverbod gekregen aangaande theologisch-filosofische zaken. Als paleontoloog maakte hij vervolgens naam in China, waar hij onder andere de Pekingmens (sinanthropus) ontdekte. In zijn postume, zeer vermaard geworden boek leverde hij een bijdrage aan de verkleining van de traditionele kloof tussen het (rooms-katholieke) christendom en het moderne natuurwetenschappelijke wereldbeeld. In zijn kosmische visie ziet Teilhard de Chardin de mens, biologisch-evolutionistisch, als een nog heel jong wezen: de schepping is geen daad Gods uit een ver verleden, maar voltrekt zich nog dagelijks. Het verschijnsel mens, dat in de jaren zestig voor de nodige discussiestof in menig huiskamer zorgde, is nog altijd hoogst belangwekkend gezien het voortgaande debat tussen evolutionisten en creationisten. In de jaren zestig zou Spectrumhoofdredacteur Daniël de Lange de 'Bibliotheek Teilhard de Chardin' opzetten.