Literatuur bezit een eigen realiteit, maar zij staat ondanks alles niet los van de werkelijkheid. De verbijsterende gruwelen van onze eeuw en de suspecte ideologieën die daartoe hebben geleid, leven voort in de literatuur. De geschiedenis van de literatuur is trouwens van het begin af vol van oorlogsgeweld en deerniswekkende gebeurtenissen geweest, zonder dat de aanvaardbaarheid van die thema's ter discussie werd gesteld. Dat is met de onvoorstelbare holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderd; literatuur daarover is vaak problematisch. Dient men nu onderscheid te maken tussen 'goede' en 'foute' literatuur? Hoe kan men op een ethisch aanvaardbare wijze omgaan met de bewaard gebleven menselijke documenten over de holocaust? Is er nog wel een mogelijkheid tot objectieve beoordeling van de literaire betekenis? In "Vervolging, vernietiging, literatuur" analyseert Dresden met grote wijsheid en diep engagement een van de indringendste thema's van de huidige cultuur.