De plek is een nieuwbouwdorp voor welgestelden, vijf minuten verwijderd van Amsterdam. De tijd is het begin van de eenentwingstige eeuw. Mannen en vrouwen zijn in de war. Petra heeft een dure baan, rijdt in een grote snelle auto, rookt en drinkt stevig, vindt dat vreemd gaan erbij hoort en stelt zich op het standpunt dat het leven gaat zoals het komt. Richard, een niet al te goeie trompettist en haar man, rijdt in een kleine oude cabriolet. Hij is overgevoelig, inconsequent en ziet geen waar- en vastigheden. Hij rookt en drinkt matig en voelt zich daar steeds weer schuldig over. Hij probeert zijn bestaan onder controle te krijgen, het te sturen, het zelf te maken. Hij doet aan astrologie en homeopathie. Toch is hij een echte man, een metroseksueel, en is zij op en top vrouw. In deze verwarrende tijden. Richard en Petra houden van elkaar en proberen samen gelukkig te zijn. En eigenlijk lukt dat ze best aardig'