'Als het waar is dat een groot schrijver zich allereerst en uiteindelijk kenbaar maakt in zijn toon, zijn stijl, en dat is waar, dan is A. Alberts een groot schrijver.' Dat schreef Robert Anker in 1985 een folder van de uitgeverij, gewijd aan A. Alberts (1911-1995). En het is nog altijd even waar: Alberts is een groot schrijver. Zijn boeken hebben in de loop der tijd niets aan kracht ingeboet, zijn stijl is nog even betoverend door de zeldzame combinatie van soberheid en behoedzame ironie. A. Alberts, auteur van klassieke romans als De eilanden (1952) en De vergaderzaal (1974), blijft de meester van het verzwijgen en suggereren. Het eerste deel van dit Verzameld werk bevat alle romans en verhalen, waaronder de hierboven genoemde maar ook De bomen (1953) en de schitterende laatste roman De vrouw met de parasol (1991). In deel twee zijn opgenomen de historische vertellingen De huzaren van Castricum (1973), De Hollanders komen ons vermoorden (1975) en Een koning die van geen nee wil horen (1976) alsmede artikelen en verhalen uit literaire tijdschriften en gelegenheidspublicaties, én een selectie uit de honderden stukken die Alberts schreef in De Groene Amsterdammer. Deel drie bevat de in boekvorm verschenen memoires en beschouwingen, zoals ondermeer In en uit het paradijs getild (1962), Aan Frankrijk uitgeleend (1963), Inleiding tot de kennis van de ambtenaar (1985) en Een kolonie is ook maar een mens (1989). Het Verzameld werk werd bezorgd door Gillis Dorleijn en Mirjam van Hengel en is voorzien van een volledige Bibliografie en een Verantwoording. Alle teksten werden opnieuw bekeken en gecorrigeerd naar de eerste druk.