Over de oorsprong van haar dichterschap schreef Hanny Michaelis, op haar eigen laconieke wijze: 'Op driejarige leeftijd presenteerde ik me voor het eerst als dichteres. Op een avond stak ik onder het eten onuitgenodigd een verward relaas af over iets dat ik die dag had gezien en van eminent belang achtte. Hier en daar waren zwakke tekenen in de richting van rijm en metrum te bespeuren. Mijn ouders luisterden vol aandacht zonder me op te hemelen of uit te lachen, en probeerden me vervolgens een toelichting te ontlokken om achter het waarheidsgehalte te komen'.