Heksen, duivels, verdronken meisjes en betoverde plekken: behalve de roman Taras Boelba bevat dit boek verhalen met een hoog griezelgehalte. N.W. Gogol (18O9-1852) schreef ze tussen zijn 22ste en 26ste jaar. En zoals Karel van het Reve opmerkte: 'Soms komt Gogol zelf om de hoek kijken en dan wordt het pas echt eng.'