Tel Aviv, de jaren tachtig. Een schrijver van middelbare leeftijd drinkt wat in een café voorafgaand aan een lezing die hij later die avond moet geven. Hij kan het niet nalaten zijn omgeving te observeren en bewondert de heupen van een serveerster. Een volledig leven ontvouwt zich voor zijn ogen: hij stelt zich haar eerste liefde voor, maar ook de latere teleurstellingen die ze zal moeten verwerken. De schrijver luistert een gesprek af tussen twee mannen en weer slaat zijn verbeelding op hol. Tijdens de lezing is het niet anders: terwijl hij zich verbaast over het gemak waarmee de woorden uit zijn mond rollen, kan hij niet anders dan de levens van de aanwezigen in te vullen. Verzen van het leven en de dood is een warme en humoristische ode aan de verbeelding en een meditatie op het schrijverschap die alleen maar door Amos Oz geschreven had kunnen zijn.