'Ik heb het ontwaken van de natuur aanschouwd op heel wat, soms wondermooie plekken, in Bretagne, op de met brem begroeide heide, in Oostenrijk, te midden van de alpenweiden waar tientallen beekjes over het mos stroomden en aan de Italiaanse meren waar het kleinste zuchtje wind de verrukkelijkste geuren aanvoert. En toch denk ik elk jaar aan de lentes in Giesland terug. Niet dat ik ze zoveel mooier vind, maar toen ik er de eerste lente beleefde, liep de oorlog ten einde en was ik net vijftien geworden.' Aan het eind van de TweedeWereldoorlog gaat een jonge Brusselse op internaat in het Vlaamse dorpje Gijzegem. Ze zal er tot 1949 blijven als een van de laatste leerlingen van de Franstalige sectie. Vlaams landschap met nonnen beschrijft scherp, maar tegelijk met tedere ironie en melancholie, het vaak harde leven op de normaalschool die met ijzeren hand werd geleid door nonnen en waar het devies 'Ora et labora' (bid en werk) luidde.