SUZANNE VAN HAERENVLAAMSE KROKETTEN EN VICTORIAANSE KORSETTENElvira is bijna achttien en woont met haar moeder en broer in een arbeiderswijk in Turnhout. Het is april 1974 en we volgen haar gedurende de laatste maanden van de middelbare school. Haar moeder werkt als inpakster in een snoepfabriek en haar broer is net aan zijn diensttijd begonnen.Elvira"s moeder heeft weinig moeite met haar nederige positie maar haar dochter is minder berustend in haar lot. Ze wil liefst zo snel mogelijk ontsnappen aan de Turnhoutse treurnis en droomt van een loopbaan als stewardess.Ook is ze verliefd op het rijke vriendje van haar broer bij wie ze geen schijn van kans maakt.Qua uiterlijk geeft ze zichzelf een magere zeven en dan moet ze op de koop toe nog concurreren met haar bloedmooie, rijke nicht.Om haar weinig benijdenswaardige positie te compenseren heeft de goede God haar gezegend met een flinke dosis humor en een onuitputtelijke fantasie. Bij voorkeur ontvlucht ze naar de roman-tische, Victoriaanse tijd.