De deur van de bar gaat open, er komt iemand binnen die luidruchtig goeiedag zegt. Het duurt maar heel even. De barman keert zich naar hem toe en groet terug, de ander maakt een grap, de barman antwoordt. Het is echt de laatste keer, denkt de Pianist. Met een oog op de barman die nog altijd met zijn rug naar hem toe staat. Zijn hand vist als een klauw in de kassa. Het is een biljet van vijfduizend lire. Hij verfrommelt het in zijn hand. De barman draait zich weer naar hem toe, kijkt hem peinzend aan. De Pianist knijpt zijn hand stijf dicht. 'Twee brioche, was het niet?' vraagt de barman.