Dit boek bevat alle brieven die Heere Heeresma aan Anton de Goede schreef in het tijdvak 1993-1998. Confidentieel en altijd met gepast understatement, want in de wetenschap met een correspondent te maken te hebben die een warm respect koestert voor de schrijver en diens wereld', bespreekt Heeresma zijn degout voor het huidige literaire plantsoen', blijkt hij terug op hilarische momenten uit zijn leven', rekent hij af met malle misverstanden die over hem de ronde doen en voegt hij kostelijke verhalen toe aan de vele die er rond zijn persoon nu eenmaal in omloop zijn. Verder becommentarieert hij meedogenloos oude kwesties, neemt hij uitgevers en hun streken onder de loep en last but not least tracht hij de goede te overtuigen van datgene wat hem een leven lang geleid heeft: de waarde van een hoogwaardige bijbelexegese.