Het tragische lot van veel Joden in Nederland tijdens de oorlog hield in: onderduik en/of deportatie. Dit boek vertelt een ander, in ons land veel onbekender verhaal. Bronia Davidson werd in 1937 in Polen geboren als enige dochter in een Pools-Joodse familie. Toen de Duitsers op 1 september 1939 het land binnenvielen, vluchtten haar ouders in blinde paniek weg van de vijand, dus richting het oosten. Na een jaar onder erbarmelijke omstandigheden in de kou van Siberië te hebben doorgebracht, belandden Bronia en haar familie in de hitte van Samarkand, Oezbekistan. Ondanks ontberingen, ziekte en de dood van haar vader konden de meeste familieleden van Bronia na de oorlog terugkeren naar Polen, waar nagenoeg alle Joden weggevoerd waren en alle bezittingen geroofd. Bronia kwam uiteindelijk met haar moeder in Neder land terecht, waar zij na haar gymnasium psychologie studeerde.