Stefaan van den Bremt (1941) won in 1968 de Vlaamse debuutprijs. Voor zijn vertalingen uit het Frans en Spaans van onder anderen Maurice Maeterlinck, Octavio Paz en Pablo Neruda ontving hij de Belgische Staatsprijs. In Mexico werd hij gelauwerd met de Internationale Poëzieprijs 2007. Eerder verscheen van hem de bundel In een mum van taal (2002). 'Poëzielezers aller Nederlanden, verenigt u en sluit deze Vlaming in uw hart!' – Piet Gerbrandy, de Volkskrant 'Stefaan van den Bremt is een volstrekt onmodieuze dichter – hij klinkt anders dan al zijn tijdgenoten, melodieus, schril, angstig, zoetvloeiend. Zijn gedichten zijn zowel enerverend als geruststellend, en dat is een hele kunst.' – Benno Barnard paperback b 15,00 96 blz. 12 x 19,5 cm omslagontwerp Marjo Starink isbn 9789045015729 nur 306 juni Ik zag de schoonheid en haar spastische zuster. Nee, haar zuster was het niet – een vreemde rock-'n-rollde zonder ruggengraat, één hak hinkte een step. Ze kwamen op me af, ik dook ineen, als de dood voor het onverenigbare van die twee, voor het onverstoorbare van die roodharige schone, zo broos en tenger en toch zo sterk dat zij de passen leidde van haar gezellin. Ik zag de schoonheid en ze stond naast mij. Ik keek haar aan en zag de andere. Zij stond niet toe dat ik iets anders zag dan krampen die zich klampen aan de schoonheid. Ik liet de schoonheid gaan, zij keek niet om. Ik was alleen twee ogen, ik had geen tong. Stefaan van den Bremt Voegwerk Melodieuze en enerverende gedichten van een volstrekt onmodieuze dichter