Lucas Saverijn is rechter op Curaçao, het eiland dat gloed gaf aan zijn jeugd. Gabriela Obrizki leidt een flets bestaan als balling sinds ze Buenos Aires en de junta achter zich liet. Ze ontmoeten elkaar op een passagiersschip, hij na een incident in de rechtszaal dat hem tot buitenstaander degradeert, zij aan de vooravond van weer een verhuizing. Door een herinnering zoekt hij toenadering tot haar. Zij intensiveert het contact, onder het toeziend oog van haar man en kinderen. Uiteindelijk is Saverijn de enige die haar geheim mag delen, wat hem voorgoed van de tropen vervreemdt. In Voel maar doemt achter de liefde een verleden op dat te dwingend is om het te ontkennen.