Voetballers houden er een eigen soort humor op na. Dat levert onderling heel wat grappen op. Soms flauw, vaak erg origineel. Soms spontaan, maar andere keren zorgvuldig gepland. Vaak erg pijnlijk – soms zelfs letterlijk – voor het slachtoffer. En opvallend vaak komt het slachtoffer er nooit achter wie hem te grazen heeft genomen. Dit boek bevat meer dan zestig anekdotes over voetbalhumor. In alle verhalen spelen voetballers en trainers uit het Nederlandse betaalde voetbal de hoofdrol. U leest verhalen over René van der Gijp, Hans Kraaij jr., Jan Mulder, Rinus Michels, Johan Cruijff, Ruud Gullit, Ruud van Nistelrooy, Wim Suurbier, Hans Kraaij sr., Fritz Korbach, John de Wolf, Leo Beenhakker, Foppe de Haan, Johan Neeskens, Gertjan Verbeek, Coen Moulijn, Stanley Menzo, Huub Stevens, Ryan Babel, Barry Hughes, John Metgod, Tijjani Babangida en vele anderen. Geniet van gebeurtenissen die het nieuws bijna nooit halen, maar wel een verhelderend inkijkje geven in het leven van een voetbalprof. En mocht u zelf voetballen en eens een geintje willen uithalen met uw teamgenoten: laat u inspireren… Over de auteur Hans Groenendijk (1980) kwam als voetballer nooit verder dan het bierelftal van BVV Barendrecht. Om toch zo dicht mogelijk bij het profvoetbal te komen, koos hij voor een transfer naar de journalistiek. En met succes, want als freelance journalist en programmamaker sprak hij honderden voetballers. Het gevolg: veel serieuze interviews én dit boek over voetbalhumor.