Wij zijn de bezems die het toneel schoonvegen voor de pantomimespelers,' klaagden de acteurs in de Amsterdamse schouwburg rond 1800. Na een toneelstuk kwam het publiek in grote getale naar het theater op het Leidseplein om zich te laten amuseren door een vrolijk, komisch nastuk, meestal een balletpantomime. De meest geliefde pantomimespeler in die tijd was Jan van Well, wiens komisch talent, volgens de toenmalige critici, 'de lever deed schudden'. Vooral zijn Pierrotcreatie was onnavolgbaar.