De vondsten in de Woestijn van Juda hebben nieuwe hoofdstukken geopend in de studie van het Oude Testament, van het Jodendom uit de laatste eeuwen van het bestaan van de tweede tempel en van de oorsprong van het Christendom. Voor de eerste maal in de geschiedenis zijn Bijbelhandschriften onttrekt die in Palestina in de tijd van Jezus in omloop waren en die in uiterlijke vorm in niets verschillen van de profetenrol die Jezus in de synagoge van Nazareth heeft voorgelezen. De in 1947 in een grot nabij de Dode Zee ontdekte rol van de eerste de grote profeten is duizend jaar ouder dan de arts de tekst die hiervan tot dusver bekend was, de profetencodex van Caïro van 895. Van de meeste handschriften heeft men slechts een klein gedeelte in fragmenten teruggevonden, in de vierde de nu bekende elf handschriftengrotten en niets minder dan 15.000! Zij geven een inzicht in de Bijbeltekst die in Jezus' tijd in Palestina in omloop was en die in grote lijnen blijkt overeen te stemmen met de bekende. Naast handschriften van de Bijbel zijn er ook niet-Bijbelse teruggevonden, de meeste in fragmentarische toestand. Er zijn leefregels bij, psalmen, apocalyptische en andere geschriften, een rijke en tot dusver bijna geheel onbekende literatuur. Zij leren ons de organisatie, levenswijze en opvattingen kennen van een Joodse sekte die zich van de normale samenleving had afgezonderd en waarvan een groep in de woestijn een merkwaardig leven leiden in celibaat, gemeenschap van goederen, sobere, eenvoudige zeden en studie der heilige Schriften. Ze noemden zich Zoon en van het Licht en leeftden in de verwachting na hun dood een hemelse beloning te ontvangen voor hun aardse zwoegen. Zij meenden ook dat God hen in staat zou stellen in een veertigjarige heilige oorlog alle bozen op aarde uit te roeien. Zij hebben een grote Leraar gehad, in wien sommigen ten onrechte het volk komen evenbeeld van Jezus hebben gezien, vóór deze verscheen. De Christus van het Nieuwe Testament zou een "kopie" van de Leraar geweest zijn en het Christendom zou zijn vorm ontvangen hebben van deze sekte. Met deze voorstelling van zaken is een geruchtmakende propaganda bedreven, maar door ernstige geleerden en onderzoekers wordt er weinig betekenis aan gehecht. In dit boek worden de feiten zo objectief mogelijk uiteengezet.