Dit citaat laat zien hoe verhalend Schulte Nordholt te werk ging, ok in zijn historische publicaties. Schrijven was voor Schulte Nordholt een welhaast religieuze bezigheid waarvoor alles moest wijken. Als hoogleraar Amerikanistiek publiceerde hij een aantal veelgelezen studies, maar ook als dichter, als recensent en essayist liet hij sporen na. Meer dan twintig jaar werkte hij aan het Liedboek voor de kerken en voor het Getijdenboek herdichtte hij ruim honderd oud-christelijke hymnen. Juist met dit werk verwierf hij zich een publiek tot op de dag van vandaag.