Will, Stede, weggelopen van een Caraïbische plantage, monstert aan op het schip van kaperkapitein Head. Na ene harde leerschool in de ruwe piratenwereld brengt hij het tot stuurman en vertrouweling van de kapitein. Op ene dag gaat het schip bij een zeegevecht in vlammen op en zinkt, mét kapitein Head en een eerder buitgemaakte goudschat. De bemanning heeft het nakijken.