In Voorbijland keert Titus terug naar het eiland en wordt door de kleine, hechte gemeenschap die alles van elkaar weet al als buitenstaander beschouwd. Terwijl hij naar het verleden zoekt, schrijft Jan Veeboot zijn gedichten en verhalen: 'gekkenpraat'waarin de waarheid besloten ligt en slechts goed om in brievenbussen gestopt te worden.