En ook weemoedigheid omspant de jaren 1979-1982. Terwijl hoofdpersoon Maarten Koning in zijn vak steeds meer aanzien krijgt, ziet hij de bestuurlijke problemen op het wetenschappelijk Bureau waar hij werkt alleen maar groeien. Bezuinigingspogingen leiden tot toenemende bureaucratisering en centralisering, die de schijn moeten wekken dat er doelmatig en op hoog niveau wordt gewerkt. Intussen dwingt de Vakbeweging een systeem van periodieke beoordelingen af, die de bedoeling hebben eventuele ontslagprocedures te vertragen. Onder deze druk moet Maarten oplossingen vinden voor de doelmatige besteding van de steeds schaarser wordende financiële middelen. Met zijn radicale voorstellen maakt hij zich niet geliefd bij de andere afdelingen op het Bureau. De eisen die hij aan de kwaliteit van de productie stelt, verdiepen ook de scheuren binnen zijn eigen afdeling, doordat een aantal van zijn mensen hem niet wil of kan volgen. Maar hij moet impopulaire beslissingen nemen, wil hij de afdeling doo