Een man is bezig om zijn zomerhuisje op te ruimen omdat hij het huis wil verkopen. De liefde in zijn leven, zijn vrouw Siri, is bij hem weg. In gedachten gaat hij na wat er die vorige zomer is voorgevallen. Ze heeft voor hun relatie een boeiend en spannend leven geleid. Hij legt zijn leven in haar handen, maar zij wil dat niet. Als ze zwanger is en ze haar aandacht van haar man verlegt naar haar buik, groeit zijn afgunst op het ongeboren kind. De angst om Siri te verliezen neemt obsessieve vormen aan.