Vorstelijk begraven en gedenken, waarvan de eerste druk in 1995 onder de titel Heden Vredig Ontslapen verscheen, behandelt de geschiedenis van dood en begraven binnen de prinselijke en koninklijke kringen van ons land. Vanuit dit curieuze en fascinerende oogpunt volgen we de eerste Nassaus in onze streken, begin vijftiende eeuw, tot en met de laatste gang van prins Claus, op 15 oktober 2002. Bekende en minder bekende telgen uit het huis Oranje-Nassau passeren de revue. Waar en waaraan overleden zij, en hoe verliep de reis naar de laatste rustplaats? Hoe herdacht men de gestorven prinsen, prinsessen, koningen en koninginnen? Er wordt stilgestaan bij de grafmonumenten en gedenktekens, de blijvende herinneringen aan de diverse leden van ons vorstenhuis. Ook de belangrijkste grafruimten worden uitvoerig behandeld: die in de Grote Kerk van Breda, waar de eerste Nassaus rusten, die in de Jacobijnerkerk te Leeuwarden, en die in de Nieuwe Kerk te Delft, alwaar zich onder het praalgraf van Willem van Oranje twee crypten bevinden met de stoffelijke resten van 44 leden van het huis Oranje-Nassau.