Toen Patrick White in 1973 de Nobelprijs voor literatuur kreeg, prees de jury zowel het epische als het psychologische karakter van zijn vertelkunst, die een nieuw werelddeel in de literatuur introduceerde. Whites ongebroken scheppende kracht en zijn rusteloze drang tot nieuwe vormen bereikten volgens het juryrapport een hoogtepunt in voss. Zelf beschouwde White de roman, grotendeels het relaas van een tragische eindigende expeditie door het Australische continent in 1845, als het sleutel boek in zijn oeuvre. De figuur van Voss en diens relatie tot de mysterieuze Laura Trevelyan zijn gebaseerd op het ware leven en de ondergang van Ludwig Leinhardt, die in 1848 in de woestijn de dood vond. Maar het boek is meer dan een spannende historische avonturenroman. Door zijn zinloze expeditie laat deze romanfiguur zich interpreteren als de van traditionele waarden ontwortelde mens die een nieuwe zin aan het leven probeert te geven. De in snelle, briljante scènes vertelde tocht van Voss en de zijnen wordt een steeds hopelozer dwaaltocht door een hallucinerende wereld. White benut de beschrijvingen van de figuren die Voss vergezellen voorts tot het schilderen van een ironische sociale komedie.