Je hebt burgemeesters in alle kleuren en maten. Burgemeesters met nationale roem, zoals Herman De Croo (Brakel). Moderne managers van grote steden, zoals Bart Somers (Mechelen), of burgervaders van dorpspolitiek, zoals Walter Ghekiere (Moorslede). Burgemeesters op de landsgrens, zoals Jan Van Leuven (Baarle-Hertog), en op de taalgrens, zoals Philippe Moureaux (Molenbeek). Burgemeesters die ongevraagd veel in beeld kwamen, zoals Peter Vanvelthoven (Lommel) na het busongeluk en Ilse Uyttersprot (Aalst) na het torenavontuur. Je hebt er hele jonge, zoals Kris Colsoul (was pas 28, Landen), en onverslijtbare zoals Marcel Belgrado (+80, Meise). En er zijn er gelukkig ook van de vrouwelijke kunne, zoals Ingrid Pira (Mortsel) en Godelieve Devos (Kortenaken). Al deze burgemeesters vertellen in dit boek openhartig over hun aloude stiel, over kicken op macht en houden van mensen, over straatcriminaliteit en dorpsroddels, over verantwoordelijkheid en verkiezingen.