De titel Vreemd pakhuis slaat op de uiteenlopende inhoud van de hier bijeengebrachte prozastukken: beschouwingen over randverschijnselen in de literatuur, maar ook over literaire kanonnen als Kees van Kooten, Herman de Coninck en Hugo Claus. Maar Komrij's titel slaat vooral op de spreekwoordelijke kat, die met verbaasde ogen rondloopt en zijn omgeving nieuwsgierig en argwanend beziet. Wie naar de dingen weet te kijken alsof hij ze nooit eerder heeft gezien, ontdekt overal nieuwe wonderen, zelfs in het vertrouwde.