Loubna Méliane is geboren en getogen in een buitenwijk van Dijon. Vanaf haar zesde jaar zorgt ze voor haar jongere broertjes en zusjes, omdat haar moeder tijdens een vakantie in Marokko is verdwenen. Wanneer haar vader en de jongere kinderen jaren later op vakantie naar Marokko gaan, blijven Loubna en haar oudste broer en zusje alleen thuis. De achttienjarige Loubna heeft in het geheim een afspraak met een vriendje, van wie ze hoopt dat hij met haar zal willen trouwen. Als haar oudere broer hierachter komt, kijkt iedereen in de buurt haar met de nek aan - ze is een gevallen vrouw. Haar woedende vader ziet maar één oplossing: Loubna moet trouwen. Hij stelt haar voor aan een veel oudere Arabier, met wie ze met veel tegenzin trouwt. Dit huwelijk loopt al snel op de klippen en Loubna besluit zich niet langer meer aan mannen te onderwerpen. Vol overgave stort ze zich in allerlei protestbewegingen, om jonge vrouwen duidelijk te maken dat ze niet alleen plichten maar ook rechten hebben. Haar missie is duidelijk: ze spreekt met ministers, komt op tv en staat in de krant. Haar strijd is nog lang niet ten einde... Vrij is het bewonderenswaardige verslag van Loubna's roep om aandacht voor de benarde situatie waarmee vrouwen in de buitenwijken van grote steden te maken hebben. Ze probeert de ongeschreven wetten van de getto's te doorbreken, en laat daarbij geen publiciteitsmiddel ongebruikt. De stichting Ni Putes Ni Soumises (Geen hoeren, geen slavinnen) werd in het leven geroepen nadat er een 17-jarig meisje leven werd verbrand omdat ze make-up droeg. De stichting heeft als doel het zwijgen te doorbreken over dagelijkse vernederingen, verkrachtingen en gedwongen huwelijken, met voorvechters als Loubna Méliane en Samira Bellil.