In dit boek geeft Koen Vossen een antwoord op de vraag waarom geen enkele partij zich een blijvende positie naast de grote drie heeft weten te verwerven: met hun opvattingen en strijdwijzen zochten en overschreden deze kleine partijen de grenzen van de politieke cultuur. Hij gaat daarvoor terug naar de jaren tussen de twee wereldoorlogen, toen het politieke stelsel zich nog moest uitkristalliseren en de parlementaire democratie sterk onder vuur lag.