In Vrolijk scheppen tast de dichter de dood af via crematie-, condoléance- en cafébezoek, maar weet op de donkerste momenten zijn hoop te behouden, geeft hij lucht aan het gevloek en de tegennatuurlijke zang van vogels, herbeleeft hij al dan niet gelukkige liefdes en beseft een van de vitale doelen van het leven, dat hij uitwerkt in de vierde afdeling, die begint met 'De oerknal' en de gekte van dien, en die hem doet verzuchten: God, to procreate or not to procreate. Het scheppen en herscheppen beleeft de dichter voor het eerst als jonge Zeeuw aan het strand van St.-Maartensdijk waar hij aan een eenzame Babeltoren bouwt. Jan van der Haar (St.-Maartensdijk, 1960) is literair vertaler en dichter. Hij vertaalde prozawerken van o.a. Curzio Malaparte, Giorgio Bassani, Niccolò Ammaniti, Alberto Garlini, en hij is de vaste vertaler van Monaldi & Sorti. Eerder al vertaalde hij gedichten van Michelangelo en Pirandello. Uit het Afrikaans vertaalde hij i.s.m. Robert Dorsman enkele poëziebundels van Antjie Krog.