Zeven jaar lang reisde Isabelle Eberhardt (1877-1904) vermomd als man door het onherbergzame Noord-Afrika en de landen van de Sahara. Zij bekeerde zich tot de islam, overleefde een aanslag op haar leven en trouwde met een Arabische officier. Aan haar opzienbarende bestaan kwam een vroegtijdig einde door een overstroming. Tijdens haar reizen hield Eberhardt een dagboek bij en schreef zij verhalen en vele brieven waarin zij met veel liefde schreef over de woeste natuur van Noord-Afrika, de Arabische bevolking en over haar avonturen. In deze verzameling uit het werk van Isabelle Eberhardt komt het beeld naar voren van een zeldzaam levenslustige en voor haar tijd unieke vrouw. Een vrouw die zich van de heersende normen niets aantrok en zich door niemand liet dwingen behalve zichzelf. Isabelle Eberhardt (1877-1904) werd geboren in Genève. Haar moeder was van Russisch-Pruisische afkomst en haar (waarschijnlijke) vader een Armeen. Zij wordt opgevoed in de anarchistische traditie. Als zij in 1897 naar Algerije reist is zij vanaf het allereerste moment in de ban van de islamitische wereld van Noord-Afrika en van de Arabische bevolking en blijft dat tot het einde van haar te korte en opzienbarende leven.