Drie jonkvrouwen vinden in de vroege middeleeuwen de liefde van hun leven. Jacoba wordt heen en weer getrokken tussen de rijke Berend van Dorenweerd en de vrolijke, graag geziene Randolf van Hoeckelom. Kunegonde ontmoet op De Rosendaal de jonge edelman Guido van Hoeckelom. Gwendolien wordt na de dood van haar ouders door haar tante opgenomen in de huishouding van huize Kernhem. Niet als nicht maar als goedkope dienstmeid.