'Ik mag sterven als ik niet liever slaap met een zeug dan met zo'n vent!', laat Erasmus een van zijn vrouwelijke personages verzuchten over haar echtgenoot, die de bruidsschat opmaakt aan drank, dames en dobbelstenen. De beroemde humanist wijdt een opvallend groot aantal van zijn Colloquia aan vragen omtrent de positie van de vrouw. In deze uitgave zijn de meest treffende gesprekken over dit thema verzameld. Desiderius Erasmus schreef zijn Colloquia om leerlingen op een speelse manier Latijn te leren spreken. Geleidelijk werden deze dialogen ingewikkelder en groeiden ze uit tot echte gesprekken: levendig, vol humor en ironie, en met een kritische blik op de maatschappij. De bundel kende een immens succes: al voordat de eerste, officiële uitgave in 1522 verscheen, waren er al minstens dertig edities van de Colloquia in omloop, overal in christelijk Europa. In verschillende van deze vrouwengesprekken onderstreept Erasmus dat het bij huwelijk en kloosterleven om een ernstige zaak gaat, een verbintenis waarop men niet kan terugkomen, en dat men beter 'bezint eer men begint'. Erasmus was zijn tijd ver vooruit: hij meende dat vrouwen net zo goed geschikt waren voor een opvoeding in de artes als mannen. Toch blijft hij de geestelijke ontwikkeling van vrouwen in de eerste plaats propageren vanuit hun traditionele rol als moeder en huisvrouw. 'Bij Erasmus heb je het gevoel dat de woorden nog jong en sterk zijn.' - H. Brandt Corstius in NRC Handelsblad