Met de acht verhalen in haar nieuwe bundel Vrouwvreemd geeft Ellen Ombre een beeld van levens in den vreemde: een jong Surinaams meisje moet wenen aan het leven in Nederland; een vrouw keert, vol twijfel en vervreemding, terug naar haar geboortegrond overzee; de rauwe zeden van Nederlandse ontwikkelingswerkers in de binnenlanden van Benin; het rituele huwelijk van een hindoevrouw in een doorzonwoning in Amsterdam-West. In deze verhalen lijkt geen hoofdfiguur zich ooit ergens anders te vestigen; allen blijven zij in feite voortleven in de herinering aan een leven elders: herinneringen aan een verloren land vol weerzin en verlangen.