Waren Amsterdammers altijd lastig? Als dat al zo is, komt het niet omdat ze Amsterdammers zijn, maar inwoners zijn van de grootste stad van Nederland. Al halverwege de zeventiende eeuw was Amsterdam het centrum van een wereldomspannend netwerk en uitgegroeid tot de derde stad in Europa. Het stadsbestuur diende voor enige orde te zorgen, waardoor handelstransacties min of meer eerlijk konden verlopen, de overlast van prostitutie binnen de perken bleef, religieuze verschillen de stad niet verscheurden, de criminaliteit beteugeld werd, politieke meningsverschillen zonder al te veel geweld beheerst bleven en arbeidsconflicten niet uitbarstten in grootschalig geweld. Dat alles was 'politiek' – en dat was niet alleen een opgave voor bestuurders, maar vooral ook het dagelijks werk van de politie. En dat tot de dag van vandaag. Deze geschiedenis van de Amsterdamse politie geeft een beeld van het voortdurend veranderende ritme van handhaven én gedogen, van begrip én onbegrip, vanaf het allereerste begin tot het einde van de twintigste eeuw. Piet de Rooy is hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Maarten Hell is als onderzoeker verbonden het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Den Haag. Paul Knevel is universitair docent aan de leerstoelgroep Nieuwe geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, en Guus Meershoek is universitair docent maatschappelijke veiligheidszorg aan de Universiteit Twente.