Achttien jaar liggen er tussen Toverdraad van dagverdrijf, de bundel waarmee Rogi Wieg zijn officiële poëziedebuut maakte (en waarvoor hem terstond de Lucy B. & C.W. van der Hoogtprijs werd toegekend) en De Ander, zijn tot hiertoe laatste bundel (Clubkeuze van De Poëzieclub najaar 2004).Het vroegere werk, dat nog verscheen bij Van Oorschot, is niet meer leverbaar – en alleen al om die reden is een forse bloemlezing van zo'n 120 verzen uit zijn aangrijpende en overrompelende dichterlijk oeuvre zo langzamerhand een daad van rechtvaardigheid. Bovendien viert Rogi Wieg in 2006 zijn twintigjarig dichterschap, dat zonder enige twijfel de kern van zijn literaire werk vormt.De bloemlezing is op verzoek van de dichter samengesteld door Judith Flier, zijn ex-vrouw, die het in haar zeer persoonlijke voorwoord (Bladzijden na ons huwelijk) heeft over de poëziel van Rogi Wieg: 'Wanneer je de lagen van Rogi zou afpellen, blijft er slechts één ding over: het dichten. En het woord "ding" is hier bewust gekozen. Rogi Wieg ís een kunstvorm. De mens, het lichaam en de geest die zijn "poëziel" omhullen, probeert in het dagelijks bestaan louter en alleen de tijd te doden die er tussen het maken van twee gedichten in zit.'Rogi Wieg (1962) is in de eerste plaats dichter. Daarnaast is hij romanschrijver, schilder, tekenaar en muzikant. De Arbeiderspers publiceerde eerder vijf boeken van hem. Met de roman Kameraad scheermes brak hij door naar een breder publiek.Judith Flier (1969) is afgestudeerd in de communicatiewetenschap en journalistiek. Ze werkte jarenlang voor kranten, radio en televisie en schreef als freelancer voor verschillende tijdschriften. Sinds een aantal jaren is zij werkzaam in de voorlichting & pr. Flier maakt in 2007 haar literaire debuut bij De Arbeiderspers. Zo krijg je dringende en dwingende poëzie. Elke letter een laatste kans. – Mario Molegraaf in PZCWieg schrijft poëzie die het humeur raakt. Dat kan kregel maken, maar wekt ook blijvende verwondering. – Arie van den Berg in NRC Handelsblad