De jonge Sardijnse Ida woont met haar zus en zwager in de wijk Centocelle, in de buurt van het Colosseum, waar iedereen elkaar kent en helpt. Hier leert ze Antonio kennen en wordt ze verliefd. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, belandt Ida als koerier in het verzet. Van echt gevaarlijke situaties probeert ze weg te blijven, want voor haar schemert een mooie toekomst met Antonio. In de laatste dagen voor de bevrijding van Rome, vlucht Ida – uit angst voor represailles van de Duitsers – naar de grotten nabij de stadspoorten. Ze heeft geen contact met de buitenwereld. In totale afzondering en gekweld door eenzaamheid, honger en angst, leeft ze op de herinneringen aan de mensen en het eiland die haar dierbaar zijn. Paola Soriga weet met haar poëtische schrijfstijl een heel ander licht te werpen op die laatste dagen voor de bevrijding van Rome. De bijna argeloze en ook sprankelende kijk van Ida op de wereld, maakt de lijn tussen geluk en verdriet flinterdun.