Augustinus is de handboeken ingegaan als de kerkvader die met zijn opvattingen over God, de mens en de genade zijn stempel op de wereldgeschiedenis heeft gedrukt. Maar hij dacht ook zijn leven lang na over de manier waarop hij en zijn vrienden hun leven gestalte konden geven. Schatplichtig aan de klassieke filosofie en de wijsheid uit de Schrift hield hij zich bezig met thema's als beheersing en onmatigheid, gemeenschap en vriendschap, geld en geluk, genot en het moreel goede, het herstellen van beschadigde relaties, integriteit en het tegendeel daarvan, maar vooral met waarachtigheid. Wie zijn werken leest vindt geen antwoorden op vragen die wij ons in de 21e eeuw stellen. Maar zijn woorden over leven en levenskunst zijn vanwege hun diepzinnigheid, eenvoud en praktische wijsheid eye-openers voor mensen, die in de huidige samenleving naar een 'geordend leven in welbevinden' streven.