Volgens de rede is er de overtuiging van het bestaan van een mathematische, fysische realiteit, waarvan onze kosmos, waarin al natuurnoodzakelijk gebeurt, een aandoening is. Volgens het christelijk geloof is er het vertrouwen in het zijn van een persoonlijke God die ons in Christus nabijkomt. Deze overtuiging en dit vertrouwen hebben niets met elkaar van doen doch zijn niet strijdig. De fysische realiteit en God zelf ontglippen ons. Ook het ontstaan van het leven en van het bewustzijn (geest) ontglippen ons. Zijn leven en celwerking evenals geest en breinwerking complementair?