'Muziek zoekt mensen uit en vernietigt ze. Muziek boort zich in mensen en misbruikt ze. Muziek is oorlog. Dat de muziek bezit nam van een lichaam dat Wagner heette en niet van, zeg maar, de 'iuk' die ik in 1813 geweest had kunnen zijn is puur toeval. Het is de eenentwintigste eeuw geworden en ik sta op van mijn stoel, loop naar de deur van mijn kamer en laat Wagner binnen'. 'Wagner zou alleen muziek moeten zijn maar Wagner is altijd meer dan muzik alleen, het is psychologie, maatschappijkritiek, mythe, zelfaffichering, inkapseling, het is ok commentaar op muziek, en voor wie op dit moment leeft klinkt in de muziek het naleven door, de echo's van de muziek, het commentaar op het commentaar en, uiteindelijk weer, de gestruikelde maatschappijkritiek, de psychologie die de ogen werd uitgestoken, de aan de schandpaal genagelde zelfaffichering.'