In een karmelietenklooster, even buiten Los Angeles, leeft men nog altijd op dezelfde manier als eeuwen geleden. Zuster Johannes van het Kruis heeft daar jaren doorgebracht in dienst van God. Zij krijgt visioenen van een verbijsterende kracht en inzicht, die ze verwerkt in gedichten. Deze blijken in de buitenwereld enorm populair te zijn en ze wordt gezien als een spiritueel voorbeeld. De visioenen van Zuster Johannes gaan echter gepaard met zware hoofdpijnen. Wanneer een neuroloog de diagnose van een te genezen epilepsie stelt, staat ze voor een vreselijke keuze: als blijkt dat haar spirituele gaven symptomen zijn van deze ziekte in plaats van een goddelijke gave, zou 'genezing' het einde kunnen betekenen. Met buitengewone vaardigheid brengt Salzman de mysterieuze wereld van het klooster tot leven. Tegelijkertijd schetst hij een duidelijk beeld van hedendaagse vrouwen die aangetrokken worden door de hardheid van een oud-religieus leven.