Nieuwe poëzie van een van de in Nederland meest gewaardeerde Vlaamse dichters Komrij nam 7 gedichten van hem op in zijn grote poëziebloemlezing! ëStop je met lezen, dan besta ik / hier niet´, zo spreekt de dichter van deze bundel de lezer aan. En terwijl hij, vergezeld van diezelfde lezer, met zijn poëzie een nieuwe wig probeert te drijven in het onnoembare, komt het te verwachten gevecht met de woorden weer op gang. Het wereldwijde gegons van de taal is werkelijk oorverdovend. In het hoofd van de dichter voltrekt zich een ware beeldenstorm. Orde scheppen in deze chaos van naamloze witte ruis, bliksem en donder is niet evident: uit de warmteleer weten we immers dat een gesloten systeem nu eenmaal meer neigt naar wanorde dan naar orde. Chaos dreigt alles te overwoekeren. Maar de dichter zet door. Taal gaat met hem aan de haal, zo weet hij, maar tegelijk beseft hij dat poëzie het beste weermiddel is. Het gevecht gaat met de taal, maar ëwie liefheeft, verzet zich / niet´.