Het is het jaar 1927; de slavernij is net officieel afgeschaft. In hetkleine plaatsje Pilotville, in het moerasland van de Mississippi,heerst relatieve vrede tussen blank en zwart.Dan vaart er een zwarte vreemdeling binnen. Met weinig meer daneen versleten wollen pak aan zijn lijf, een melancholieke melodieop zijn lippen en een punter onder zijn voeten, duikt hij ineens opvanuit de mist. Hij noemt zichzelf Hal Poser; een dominee, eennederig man, een rechtvaardige, een wonderdoener; en in Pilotvilleis hij op zoek naar zijn wortels.Wanneer er onverwacht een baby verdwijnt, wijzen de dorpelingenal snel beschuldigend naar de nieuweling. Tegelijk vestigen ze ookhun hoop op deze wonderdoener: wie anders dan hij kan ervoorzorgen dat het weer goed komt?Hal Poser gaat op zoek naar de baby in het moerasgebiedrondom Pilotville. Diep in het drassige land ligt een groot kwaadverborgen: een slavenplantage waarin de tijd lijkt stil te staan.Hij vindt er niet alleen de baby, maar wordt er zelf in de boeiengeslagen. Alleen een wonder kan hen nog redden.