Na de dood van zijn vader vertrekt Jaap naar Afrika om voor een hulporganisatie te gaan werken. Daar ziet hij vroedvrouw Cathy M. voor het eerst. Tussen de zwarte bevolking doet ze hem denken aan een geest. Witblond, dun en bleek als ze is, fascineert ze hem mateloos. Tot er ongelofelijke dingen beginnen te gebeuren die het bewijs leveren waar hij (en hij niet alleen) altijd naar zocht.