Begin jaren zestig kwam Dick Matena (1943) in dienst van de Toonder Studio’s. Marten Toonder (1912-2003) was voor hem in die dagen behalve zijn werkgever ook zijn mentor. Op basis van een wederzijdse bewondering voor elkaars werk, ontstond twintig jaar later een diepgaande en openhartige briefwisseling, die tot enkele jaren voor de dood van Toonder in 2005 zou aanhouden. In fraaie volzinnen en met veel taalgevoel bespreken Toonder en Matena een brede waaier van onderwerpen: science-fiction, beeldende kunst, strips, de plannen voor een Tom Poes-film, religie en metafysica. In totale openheid bekritiseren de beide tekenaars het werk van de ander. Daarnaast is er steeds veel ruimte voor zelfkritiek en zelfspot. Zo is dit boek niet alleen een inkijk in de wereld van twee kunstenaars, maar ook een portret van een bewogen vriendschap.