Televisiepresentator Frank Allcroft is een karikatuur van zichzelf geworden. Hij zit opgescheept met een tekstschrijver die de ene na de andere slechte grap voor hem verzint en zijn imago van vrolijke verslaggever wordt een steeds zwaardere last. Zijn carrière bij een lokaal tv-station staat ver van de journalistieke droom die hij ooit koesterde. Zijn bestaan draait meer om de vrouwen in zijn leven dan om zijn werk: zijn echtgenote Andrea, die zielsveel houdt van de man achter de clown, zijn ijskoude moeder Maureen, en vooral zijn dochter Mo, die met haar vragen kleur geeft aan zijn dagen. Daarbij worstelt Frank met de raadselachtige dood van zijn vriend en voorganger Phil en met het verdwijnen van de nalatenschap van zijn vader, een architect wiens markante gebouwen langzamerhand uit Franks stad verdwijnen. Wanneer Frank de schokkende waarheid achter Phils dood ontdekt, wordt hij zwaar op de proef gesteld. Haarscherp beschrijft Catherine O'Flynn de grote vragen van het leven en schetst zij een satirisch maar hartverwarmend beeld van de moderne maatschappij. O'Flynn weet als geen ander menselijkheid met humor te combineren en laat zien wat uiteindelijk van ons overblijft: liefde.