Kan de filosofie zich bevrijden van de leugen dat ze waarheid spreekt? Met deze knipoog naar de klassieke waarheidsopvatting, treden twee filosofen in dialoog over de act van het filosoferen. Filosofen zijn geen waarzeggers, geen profeten, maar denkers die stilstaan bij wat er zich in onze leefwereld afspeelt. Ze kiezen niet voor een snelle rit naar de aankomst, maar houden zich op bij wat aan de hardrijder voorbijgaat. De verandering van ritme die het filosoferen met zich meebrengt, kan een vreemde uitwerking hebben. Wat op het ene ogenblik nog zo vanzelfsprekend lijkt als het spreken zelf, evolueert het daaropvolgende moment tot bron van iets onbekends. De zo ontdekte veranderlijkheid van de dingen maakt dat de filosofie voor de een het begin is van verwondering, voor de ander oorsprong van wanhoop. De act van het filosoferen is in ieder geval een confrontatie met de vluchtigheid van de dingen, die vaak een verlangen naar bestendigheid opwekt. Ook deze dialoog is aan die spanning onderhevig. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een aantal fragmenten uit het werk van Sam IJsseling rond het thema filosoferen, en een tekst van Ann Van Sevenant over filosofie en vertrouwen. Het tweede deel is de neerslag van drie recente gesprekken tussen beide filosofen.